Fleur Stevens
Sep 24

De noodzaak van het strafbaar stellen van 'doxing'

Disclaimer: Lawbooks velt inhoudelijk geen oordeel over de nieuwe wet. Er kunnen geen rechten aan deze informatie worden ontleend. Heb je zelf last van doxing? Dan kun je melding of aangifte doen bij de politie of neem contact op met Slachtofferhulp Nederland (0900-0101 of https://www.slachtofferhulp.nl).


Wat is doxing? 

Doxing is opgenomen in artikel 285d van het Wetboek van Strafrecht en luidt als volgt:

lid 1: Degene die zich persoonsgegevens van een ander of een derde verschaft, deze gegevens verspreidt of anderszins ter beschikking stelt met het oogmerk om die ander vrees aan te jagen dan wel aan te laten jagen, ernstige overlast aan te doen dan wel aan te laten doen of hem in de uitoefening van zijn ambt of beroep ernstig te hinderen dan wel ernstig te laten hinderen, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste twee jaren of geldboete van de vierde categorie.


lid 2: Indien het feit, omschreven in het eerste lid, wordt gepleegd tegen een persoon in diens hoedanigheid van Minister, Staatssecretaris, commissaris van de Koning, gedeputeerde, burgemeester, wethouder, lid van een algemeen vertegenwoordigend orgaan, rechterlijk ambtenaar, advocaat, journalist of publicist in het kader van nieuwsgaring, ambtenaar van politie of buitengewoon opsporingsambtenaar wordt de op het feit gestelde gevangenisstraf met een derde verhoogd.

Dit wetsartikel is van kracht sinds 1 januari 2024. Doxing betreft het verspreiden van privé-informatie met het doel om iemand te vernederen, te intimideren of te bedreigen.Door toename van het aantal doxing-gevallen en de gevolgen voor de veiligheid van personen hierdoor, is in 2021 een motie ingediend om doxing strafbaar te stellen.2

Doxing komt van ‘dropping docs’, oftewel het publiceren van documenten.3 Tegenwoordig is het tamelijk eenvoudig om te beschikken over privé-informatie van personen aan de hand van het internet en social media. Door het verkrijgen van deze informatie en dit vervolgens openbaar maken, met als doel de betreffende persoon te intimideren, wordt een strafbaar feit gepleegd: doxing. Doxing kan gezien worden als ongeoorloofde digitale eigenrichting.4


Welke straffen staan er op doxing? 

Op doxing staat een gevangenisstraf van ten hoogste twee jaren of een geldboete van de vierde categorie. In enkele gevallen - afhankelijk van de hoedanigheid van de betreffende persoon - kan de gevangenisstraf met een derde verhoogd worden.De strafverhoging van een derde indien het publieke functies betreft, wordt gerechtvaardigd doordat zowel de mogelijkheid om de functie behoorlijk uit te oefenen als de persoonlijke vrijheid van de functionaris wordt aangetast door doxing.6


Bedoeling van de wetgever

Het strafbaar stellen van doxing heeft als voornaamste doel om de persoonlijke vrijheid van personen te waarborgen. Het gevolg van doxing is dat personen vrezen voor hun eigen veiligheid en die van hun naasten.7 Veel intimiderend gedrag was al strafbaar, maar het delen van persoonsgegevens was dit niet, tot 1 januari 2024. Met deze nieuwe wet kunnen de politie en het Openbaar Ministerie eerder en makkelijker optreden tegen doxing.8


De noodzaak van strafbaarstelling

De impact van strafbare doxing is zo groot dat het leidt tot schendingen van fundamentele rechten van burgers.9 Door de vrees die slachtoffers ervaren als gevolg van doxing, komt hun vrijheid van meningsuiting onder druk te staan. Slachtoffers voelen zich vaak gedwongen hun gedrag aan te passen uit vrees dat (meer) persoonlijke gegevens openbaar worden gemaakt. Waar de bestaande strafwetgeving vóór 1 januari 2024 tekortschiet in de bescherming van deze slachtoffers, biedt artikel 285d van het Wetboek van Strafrecht een aanvullende waarborg.10 De strafbaarstelling van doxing weerspiegelt de breed gedragen maatschappelijke opvatting dat het gebruik van persoonsgegevens voor intimiderende doeleinden onaanvaardbaar is.11


Fundamentele rechten

De vrijheid van meninggsuiting
De vrijheid van meningsuiting wordt gewaarborgd in artikel 7 van de Grondwet en in artikel 10 EVRM. Artikel 10 lid 1 EVRM heeft een zodanige reikwijdte dat uitingen op het internet ook onder het artikel vallen.12 De vrijheid van meningsuiting is geen absoluut recht en kan dan ook beperkt worden in het belang van een zwaarwegend maatschappelijk belang.13 Een bij wet voorziene beperking is niet in strijd met artikel 10 EVRM indien zij een gerechtvaardigd doel dient zoals genoemd in lid 2 en zij noodzakelijk is in een democratische samenleving. De lidstaten hebben hierin een ‘margin of appreciation’, oftewel een beoordelingsmarge.14 De strafbaarstelling van doxing voldoet aan de genoemde vereisten.15

Het recht op privacy
De dringende maatschappelijke noodzaak is gelegen in de ernstige impact op de persoonlijke levenssfeer van de slachtoffers. Doxing is schadelijk omdat privé-informatie van slachtoffers online misbruikt wordt, wat leidt tot schending van het recht op privacy (art. 8 EVRM en art. 10 Gw). 

Mensen die zich mengen in het publieke debat, kunnen bang worden om zelf slachtoffer te worden van doxing. Dat kan leiden tot online zelfcensuur, omdat iemand zijn of haar mening niet meer durft te geven door de angst voor doxing.16 Het gebruik van de vrijheid van meningsuiting mag geen instrument zijn om met kwaadwillende bedoelingen de vrijheid van een ander te beperken. Dit staat haaks op het recht van privacy van artikel 8 EVRM en artikel 10 Grondwet.17

Tip van Lawbooks
: er bestaat geen hiërarchie tussen deze fundamentele rechten. Het ene recht is dus niet belangrijker of zwaarwegender dan het ander. Het draait dus altijd om het vinden van de juiste balans.

Het waarborgen van de democratische rechtsstaat

Fundamentele rechten - in dit geval de vrijheid van meningsuiting en het recht op privacy - zijn cruciaal voor het functioneren van de democratische rechtsstaat. Als dergelijke rechten worden geschonden, betekent dit indirect ook het schaden van de rechtsstaat.18


Kort samengevat

Doxing is sinds 1 januari 2024 strafbaar gesteld in artikel 285d van het Wetboek van Strafrecht. Het betreft het verspreiden van persoonsgegevens met het doel om iemand te intimideren, wat leidt tot een gevangenisstraf van maximaal twee jaar of een geldboete. Bij publieke functionarissen kan de straf met een derde worden verhoogd. Doxing schaadt fundamentele rechten zoals de vrijheid van meningsuiting en de persoonlijke levenssfeer. De wet biedt bescherming en voorkomt dat intimidatie en angst leiden tot zelfcensuur in het publieke debat, zodat de democratie gewaarborgd blijft.


Kijktip van Lawbooks

De Netflix-documentaire 'Ashley Madison: Sex, Lies & Scandal' belicht het schandaal rondom het online datingplatform 'Ashley Madison', dat zich richt op mensen die in een relatie zitten en vreemd willen gaan. In 2015 werd het bedrijf het doelwit van hackers, waarbij de persoonlijke gegevens van miljoenen gebruikers openbaar werden gemaakt. De documentaire over Ashley Madison raakt direct aan de problematiek van doxing: schending van privacy, ethische dilemma’s en de schadelijke gevolgen van het ongevraagd openbaar maken van persoonlijke informatie

1. A.J. Machielse, commentaar op art. 285d Wetboek van Strafrecht in: Noyon/Langemeijer/Remmelink Strafrecht, aant. 1.
2. Kamerstukken II 2020/21, 35564, nr. 13, p. 1.  
4. Kamerstukken II 2020/21, 36171, nr. 3, p. 2. 
5. Art. 285d Wetboek van Strafrecht. 
6. A.J. Machielse, commentaar op art. 285d Wetboek van Strafrecht in: Noyon/Langemeijer/Remmelink Strafrecht, aant. 1.
7. Kamerstukken II 2020/21, 36171, nr. 3, p. 2. 
8. Kamerstukken II 2020/21, 36171, nr. 3, p. 2. 
9. Kamerstukken II 2020/21, 36171, nr. 3, p. 6. 
10. Kamerstukken II 2020/21, 36171, nr. 3, p. 6.
11. Kamerstukken II 2020/21, 36171, nr. 3, p. 14. 
12. Kamerstukken II 2020/21, 36171, nr. 3, p. 11.
13. Kamerstukken II 2020/21, 36171, nr. 3, p. 11.
14. EHRM 7 december 1976, appl.no. 5493/72 (Handyside v. the United Kingdom).
15. Kamerstukken II 2020/21, 36171, nr. 3, p. 11.
16. M. van Huijstee, W. Nieuwenhuizen, M. Sanders, E. Masson en P. van Boheemen, Online ontspoord - Een verkenning van schadelijk en immoreel gedrag op het internet in Nederland, Den Haag: Rathenau Instituut 2021.
17. Kamerstukken II 2020/21, 36171, nr. 3, p. 12.
18. Kamerstukken II 2020/21, 36171, nr. 3, p. 6.